maandag 2 juli 2012

Lieve Omgehakte Boom (#2),


ik fietste vandaag mijn lievelingsweggetje van werk naar huis en ik miste je. Over het dijkje met de bloemen in de berm, langs de omaatjes die de ganzen te eten geven en het hans-en-grietje-kraken-een-huisje en dan, nog net voor het spoor en midden op een stukje gras wat iemand daar per ongeluk lijkt te hebben verloren, daar hoor jij te staan.
Dag boom, glimlachte ik altijd in gedachten als ik voorbij fietste, en ik knikte er zo zachtjes mogelijk bij. Het is tenslotte niet zo heel gewoon om in het wilde weg naar bomen te knikken. De bomen zwaaien wel naar ons, maar wij niet naar de bomen. Zo denken de mensen.
Ik was niet de enige die wist dat jij bestond. Onder je takken stonden altijd twee kleine houten stoeltjes te wachten op lome luierende mensen die zin hadden om hun tenen te laten kriebelen door het gras. Iemand heeft ze daar neer gezet. Dat moet. Ik denk.....
.......een mevrouw met heel veel dromen en een man die altijd lief voor haar is en ondertussen alles repareert, mocht dat nodig zijn natuurlijk. Samen zaten ze vlakbij jou in de middagzon. Ze kusten wat en aten kersen en net voordat ik langs kwam fietsen, zegden ze je gedag, en kuierden weer eens op huis aan.
Ik heb nooit ècht iemand in de stoeltjes zien zitten, maar elke keer als ik jou daar zag staan, kon ik het me zó voorstellen. Dat was zo bijzonder aan jou. Je ging vanzelf dromen als je jou zag.


Tjielp


ps. Het gras mist je ook. Het groeit in een hartje om de plek waar je stond.



1 opmerking:

  1. "het groeit in een hartje om de plek waar je stond"... en het lijkt wel alsof de klavertjes en de aarde óók heel hard hun best doen er een hartje van te maken!

    BeantwoordenVerwijderen