vrijdag 5 oktober 2012

Geacht Geheugen (#97),

wellicht kent u mij, maar meer waarschijnlijk is dat u zich met andere zaken bezighoudt. Voor mij geldt dat ik weet dat u bestaat en dat is natuurlijk iets heel anders dan iemand kennen. Ik geloof dat ik u dan eerst zou moeten begrijpen, maar dat is dus precies wat er mist.
Ik begrijp er zelfs helemaal niets van. Waarom onthoud ik zo weinig en anderen zo veel? Waarom raak ik steeds kwijt wat ik nodig heb en blijven de dingen die er niet toe doen plakken? (Of zijn de dingen die blijven plakken juist de dingen die er toe doen?) Ik dacht dat u degene was die zorgde voor herinneringen en de opslag van kennis, feiten en handige weetjes waar je anderen mee kunt verbluffen.
Ik stel me u zo voor als een streng ogend, oud mannetje - pince-nez op uw neus natuurlijk - in een bibliotheek van geordende laatjes en vakjes. En ik loop zelf rond en beleef, avonturier, verdwaal en lees, en hoef niets anders te doen dan alles wat ik zie en hoor zó door te sturen naar u. Ik wijs niet eens de weg. Ze vinden u vanzelf. Daar zorgt u wel voor. Ik doe alleen de deur open. Dat is al. Dacht ik.  
Maar het werkt niet zo goed. Vind ik dan. Want u geeft niet zo vaak antwoord als ik u iets vraag. En laatst, toen ik uit armoede maar eens zelf de afdaling naar mijn bibliotheek van opgedane ervaringen maakte, was het enige wat ik zag een heel grote ongeordende berg verwaarloosde ideeën, gebroken belevenissen, halve citaten, verscheurde feiten, losse letters, een verbrijzelde pince-nez en geen enkel spoor van u.
Wat ik daar nu weer van moet denken weet ik niet. Waarschijnlijk liggen de gedachten die ik nodig heb om conclusies te verbinden ergens onderop de stapel.

Of misschien ligt ú daar wel.
Godmiljaar!


Houd moed, ik kom er aan!

Met haastige groet,
Tjielp

Geen opmerkingen:

Een reactie posten