vrijdag 16 november 2012

Hoi Wereld (#139),

ik snap niets van jou, wandel over je bol, eet je op, gil in je gezicht. Ik ben elke dag boos op je, geef het op, raap mezelf weer van je grond, stamp eens een keer (maar niet genoeg), vergeet, herzie, verwonder. Ik slaap in je lucht, zwaai naar je maan, en gloei in je zon. Ik waai alle kanten op. (De wind doet dat ook.)
Gek eigenlijk. Ik schrijf nu aan je, maar ik hoor bij jou. En schrijf dus ook aan mezelf. Misschien is dat wel altijd zo. Dat je eigenlijk, tegen wie je ook praat of zingt of schreeuwt, iets tegen jezelf aan het vertellen bent. Moet je maar eens opletten, Wereld, of dat bij jou ook zo is.
Kijk. Wat ik het meest ingewikkeld vind is dat ik je vaak niet herken. De wereld in mijn hoofd is niet dezelfde als die buiten mijn hoofd. Hoe kan dat? Want ik maak toch de wereld wanneer ik denk en droom en verzin? Is dat niet hoe alles wordt zoals het is? Ben jij niet een optelsom van alle kleine werelden in ieders hoofd? En zijn er dan niet zo veel dezelfde hoofden als het mijne?
Ik heb al vaak gehoord dat jij nu eenmaal niet in elkaar zit op de manier waarop ik dat denk of wens of vraag. Maar over wie zegt dat nou eigenlijk iets? Als iedereen zegt dat jij allesbehalve zó bent, is het zeer onwaarschijnlijk dat je dat ooit zal worden ook. Als je ergens niet in gelooft, dan bestaat het niet.
Als ik mijn ogen dicht heb, dan ben je er nog steeds. Geloof ik. Want hoe zit het anders met de dingen zonder hoofd? Die doen ook mee. Zij zien ons niet, maar wij zijn er toch. Wij zijn de enigen die altijd net doen alsof de dingen pas bestaan als we ze met onze eigen ogen hebben gezien.


Dag.
Heb het wonderschoon.

Tjielp 

1 opmerking: